zaterdag 30 juni 2012

June Tabor - At The Wood's Heart


Elvis Costello sprak ooit de gevleugelde woorden "If you don't like listening to June Tabor, you should stop listening to music". Wie June Tabor ooit live zag, en vooral hoorde, begrijpt wat hij bedoelde. In 1976 spande Tabor samen met Steeleye Span's Maddy Prior voor het alom bejubelde 'Silly Sisters'. 30 jaar na datum zijn er op die plaat nog steeds vocale harmonieën te vinden waar groepen als Laïs een punt aan kunnen zuigen. Drie punten. Een jaar later verscheen 'Airs And Graces', haar eerste soloplaat. Sindsdien is, vooral in Groot-Brittannië, elke nieuwe release met superlatieven overladen. En June Tabor weet ook hoe ze de luisteraar met haar alsmaar zwaarder wordende alt aan haar lippen kan kluisteren. Of ze nu acapella-folk brengt, jazzexperiment met The Creative Jazz Orchestra, rock met The Oysterband, of Weimarliederen in een na-oorlogs arrangement, Tabor kent de kunst van het interpreteren. Want dat is wat ze doet. Zelf zet ze geen noot op papier en beweert ook geen noot te kunnen lezen. Begin dit jaar verscheen 'Always', een retrospectieve die terecht werd verspreid over 4 cd's, en nu krijgen we 'At The Wood's Heart' voorgeschoteld.
Zoals steeds gaat Tabor eerst op tournee en neemt ze daarna in één take haar zangpartijen op. Een manier van werken die telkens aanslaat en de cd een min of meer livegevoel meegeeft.
Puristen vinden Tabor het best als ze traditioneel werk aanpakt, en ook hier start ze inderdaad met een opener van jewelste. De ballad 'The Banks Of The Sweet Primroses' brengt ons meteen in de juiste sfeer. Begeleid door vaste pianist Huw Warren bouwt ze strofe na strofe de spanning op om naar het einde toe met onderdrukte woede het verlies van de trouwe liefde alsnog als een zegen te beschouwen.
'The Broomfield Wager' is één van die zovele epische Engelse vertellingen. Gekend als Child N° 43, en gerelateerd aan de Tam Lin sage, vertaalt Tabor het nummer hier in opzwepende ritmes en dansende muzikanten. Het anonieme 16de-eeuwse gedicht 'Ah! The Sighs' is vijf minuten deemoed, melancholie en stervensklare pijn.
Bij nummer vijf is het genie dat Tabor muzikaal is plots heel erg duidelijk. Met enkel gitaar en stem zet ze een hartverscheurende versie neer van een nummer dat eerst bekend klinkt en dan weer niet. Tabor weet als geen één een nummer aan te pakken en er het hare van te maken, in dit geval Anna McGarrigle's 'Heart Like A Wheel'. Het van Gabriel Yacoub overgenomen 'Les Choses Les Plus Simples' is opnieuw kommer en kwel, maar dan met een accent dat de kommer ondraaglijk en de kwel voelbaar maakt. Waar Yacoub zijn Engelse verzen niet geheel foutloos bracht, brengt Tabor de Franse evenmin perfect, maar het is hen beiden vergeven wanneer het nummer z'n kracht wint in intensiteit.
De anders zo hoopvolle traditional 'She's Like The Swallow' krijgt een donkere klank, en dat is misschien wel de sterkte van Tabor. Ondertussen is de zangeres bijna 58, en in haar dertigjarige carrière is haar stem zo duister geworden dat ze tegenwoordig van elk nummer een triest en teneergeslagen verslag maakt. Maar het siert haar, en elke nieuwe cd sinds het van verdriet verzopen 'Aleyn' (1997) krijgt een intensievere behandeling. In Engeland heeft Tabor ondertussen een legendarische status en wordt ze aanzien als de laatste echte Engelse vertolkster van het nationale muzikale erfgoed. Tabor is er opnieuw in geslaagd om met 'At The Wood's Heart' een verzameling tijdloze klassiekers af te leveren.
'Wie niet graag naar June Tabor luistert, moet stoppen met naar muziek luisteren', is misschien overdreven, maar eens je haar beet hebt, laat ze je niet meer los… Uit 'Johnny Johnny' van deze cd en toepasselijk voor het leuk vinden van Tabors muziek: "I thought I loved you, but I don't. But maybe I do after all... Damn!" (19/11/2005)

Geen opmerkingen: