Meisjes en hun paard… er gaat iets van uit, naar het schijnt. Misschien geldt hetzelfde voor meisjes en hun piano. Of het nu gaat over de enigmatische Nina Simone, of de vreemde choreografie die Tori Amos achter het muziekmeubel wel eens tentoonspreidt. Of Norah Jones, die razend populair werd terwijl ze met moeite van achter haar vleugel vandaan komt. En zelfs in popmiddens blijkt de piano weer het instrument bij uitstek om credibility uit te stralen, wat waarschijnlijk de reden is waarom Vanessa Carlton een videoclip lang rondgevoerd werd terwijl ze het klavier duchtig deed daveren. De laatste jaren zijn heel wat meisjes en hun piano even hip geworden als Britney met haar borsten, om het eens plat uit te drukken.
Wie daar zeker een graantje wist van mee te pikken was de 19-jarige Fiona Apple, toen ze in 1996 'Tidal' uitbracht. Veel pianowerk en een donkere stem die dagboekverzen omtoverde tot prachtig gezongen poëzie. Apple was hot. Zo hot dat ze door de major-bobo's op handen gedragen werd. Zo hot dat er een tijdlang overal gegist werd over met wie ze het nu deed en in godsnaam waarom. Het kon de muze en de muziek alleszins niet deren, want drie jaar later leverde ze een meesterwerk af. 'When The Pawn…', een titel die eigenlijk een gedicht was en in totaal 79 woorden telde. En misschien moest dat een voorbode zijn. Niettegenstaande 'When The Pawn' een succes werd, werd de plaat door het grote publiek uiteindelijk te arty farty bevonden. Fionáa was goed en zéér goed bezig, maar enkel en alleen voor de reeds gewonnen volgelingen. Nieuwe adepten zou ze er niet mee winnen.
Ze bleef niet bij de pakken zitten en werkte verder aan haar derde cd. Begin 2003 werd 'Extraordinary Machine' afgewerkt en netjes afgeleverd bij de platenmaatschappij. En die was niet in haar nopjes. Apple was opnieuw met Jon Brion, de producer van 'When The Pawn…', in zee gegaan en blijkbaar was het een kruisbestuiving van jewelste geweest. Het album klonk alsof het enkel en alleen gemaakt was voor de twee mensen die het gemaakt hádden en verdween in de wachtkamer. Fans aller landen verzamelden zich en richtten 'FreeFiona.com' op. Een website die als stakingspiket haar werk moest doen. En het werkte. De platenmaatschappij haalde Mike Elizando er bij, bekend van zijn hiphopwerk, vooral met Dr. Dré en Eminem. Hij werd in staat geacht een frisse wind doorheen 'Extraordinary Machine' te laten waaien. En het werkte… min of meer.
Om te beginnen heeft Elizando niet zoveel gewijzigd aan wat we reeds van Apple kenden. Als hij al een verdienste heeft, dan is dat hij alles uitgepuurd heeft tot iets wat Apples stem op de voorgrond houdt. En verder heeft hij alles ontdaan van wat overbodig is. Dat laatste zal zelfs de hardcore Apple-fan een luxe vinden. De cd opent met het titelnummer, net zoals het laatste nummer een overgebleven Brion-productie. En wat hij precies verkeerd deed, is hier niet duidelijk. Apple praat/zingt haar verhaal en dankzij het arrangement klinkt het nummer alsof het ergens uit een musical gehaald is. Iets wat haar wel staat.
Maar vanaf het tweede nummer slaat de sfeer om. Opnieuw de grimmigheid en duisternis die zo vaak vrij spel kreeg op 'When The Pawn'. 'Get Him Back' krijgt de "You treated me mean and I'm gonna get ya!'-behandeling. Apple zingt alsof ze op de punt staat een moord te begaan en niemand bij zijn volle verstand zou het wagen met haar verder te gaan dan het vriendelijke praatje. Amusant is dat ze in de laatste minuut volledig de toon omgooit en afsluit met een zeemzoet refrein. Enge vrouw, die Fiona.
'O'Sailor' werd vorig jaar al uitgebracht via het internet en opnieuw hier geen verrassing of muzikale ommezwaai. Wel een goed nummer en één dat er over 20 jaar misschien nog zal staan dankzij de typische Apple-melodie. En het vingergepluk aan de viool tijdens het refrein is de nagel op de kop.
Tijdens 'Better Version Of Me' weet de Apple-fan dat deze cd inderdaad niets nieuws zal brengen. Voor zover lijkt 'Extraordinary Machine' 'When The Pawn - the sequel' wel. Maar daar is deze keer niets mis mee, integendeel. Apple sneert nog even hard, bespeelt de piano alsof het een xylofoon is en melodie en experiment gaan hand in hand. Tekstueel is ze eveneens geen haar veranderd. Net zoals Alanis Morisette lijdt Apple een beetje aan het 'hoe-meer-lettergrepen-een-woord-telt-hoe-intelligenter-het-waarschijnlijk-wel-klinkt'-syndroom, maar in tegenstelling tot Morisette klinkt het nergens geforceerd.
Hoogtepunt? Waarschijnlijk 'Window'. Een nummer dat drijft op percussie en Apple die opbiecht dat ze het venster maar heeft gebroken in plaats van "him or her or me". Wie de dualdisc versie koopt krijgt er de prachtige video voor 'Not About Love' er bovenop Plus een mini-concert waarbij Apple niet zoals de rest achter haar piano gaat zitten, maar zich compleet op de zang gooit. En waarbij Apple, die vaak als een nors mens overkomt, overduidelijk zeer menselijk is. En grappig!
Deze derde van Fiona Apple is, niettegenstaande er geen bruuske ommezwaai te noteren valt, wel de moeite waard omdat het een logisch vervolg is. Mensen die deze pittige songschrijster nog niet kennen, kunnen deze keer wél de stap zonder risico wagen. Want steengoede songs telt 'Extraordinary Machine' meer dan voldoende. (27/10/2005)
Wie daar zeker een graantje wist van mee te pikken was de 19-jarige Fiona Apple, toen ze in 1996 'Tidal' uitbracht. Veel pianowerk en een donkere stem die dagboekverzen omtoverde tot prachtig gezongen poëzie. Apple was hot. Zo hot dat ze door de major-bobo's op handen gedragen werd. Zo hot dat er een tijdlang overal gegist werd over met wie ze het nu deed en in godsnaam waarom. Het kon de muze en de muziek alleszins niet deren, want drie jaar later leverde ze een meesterwerk af. 'When The Pawn…', een titel die eigenlijk een gedicht was en in totaal 79 woorden telde. En misschien moest dat een voorbode zijn. Niettegenstaande 'When The Pawn' een succes werd, werd de plaat door het grote publiek uiteindelijk te arty farty bevonden. Fionáa was goed en zéér goed bezig, maar enkel en alleen voor de reeds gewonnen volgelingen. Nieuwe adepten zou ze er niet mee winnen.
Ze bleef niet bij de pakken zitten en werkte verder aan haar derde cd. Begin 2003 werd 'Extraordinary Machine' afgewerkt en netjes afgeleverd bij de platenmaatschappij. En die was niet in haar nopjes. Apple was opnieuw met Jon Brion, de producer van 'When The Pawn…', in zee gegaan en blijkbaar was het een kruisbestuiving van jewelste geweest. Het album klonk alsof het enkel en alleen gemaakt was voor de twee mensen die het gemaakt hádden en verdween in de wachtkamer. Fans aller landen verzamelden zich en richtten 'FreeFiona.com' op. Een website die als stakingspiket haar werk moest doen. En het werkte. De platenmaatschappij haalde Mike Elizando er bij, bekend van zijn hiphopwerk, vooral met Dr. Dré en Eminem. Hij werd in staat geacht een frisse wind doorheen 'Extraordinary Machine' te laten waaien. En het werkte… min of meer.
Om te beginnen heeft Elizando niet zoveel gewijzigd aan wat we reeds van Apple kenden. Als hij al een verdienste heeft, dan is dat hij alles uitgepuurd heeft tot iets wat Apples stem op de voorgrond houdt. En verder heeft hij alles ontdaan van wat overbodig is. Dat laatste zal zelfs de hardcore Apple-fan een luxe vinden. De cd opent met het titelnummer, net zoals het laatste nummer een overgebleven Brion-productie. En wat hij precies verkeerd deed, is hier niet duidelijk. Apple praat/zingt haar verhaal en dankzij het arrangement klinkt het nummer alsof het ergens uit een musical gehaald is. Iets wat haar wel staat.
Maar vanaf het tweede nummer slaat de sfeer om. Opnieuw de grimmigheid en duisternis die zo vaak vrij spel kreeg op 'When The Pawn'. 'Get Him Back' krijgt de "You treated me mean and I'm gonna get ya!'-behandeling. Apple zingt alsof ze op de punt staat een moord te begaan en niemand bij zijn volle verstand zou het wagen met haar verder te gaan dan het vriendelijke praatje. Amusant is dat ze in de laatste minuut volledig de toon omgooit en afsluit met een zeemzoet refrein. Enge vrouw, die Fiona.
'O'Sailor' werd vorig jaar al uitgebracht via het internet en opnieuw hier geen verrassing of muzikale ommezwaai. Wel een goed nummer en één dat er over 20 jaar misschien nog zal staan dankzij de typische Apple-melodie. En het vingergepluk aan de viool tijdens het refrein is de nagel op de kop.
Tijdens 'Better Version Of Me' weet de Apple-fan dat deze cd inderdaad niets nieuws zal brengen. Voor zover lijkt 'Extraordinary Machine' 'When The Pawn - the sequel' wel. Maar daar is deze keer niets mis mee, integendeel. Apple sneert nog even hard, bespeelt de piano alsof het een xylofoon is en melodie en experiment gaan hand in hand. Tekstueel is ze eveneens geen haar veranderd. Net zoals Alanis Morisette lijdt Apple een beetje aan het 'hoe-meer-lettergrepen-een-woord-telt-hoe-intelligenter-het-waarschijnlijk-wel-klinkt'-syndroom, maar in tegenstelling tot Morisette klinkt het nergens geforceerd.
Hoogtepunt? Waarschijnlijk 'Window'. Een nummer dat drijft op percussie en Apple die opbiecht dat ze het venster maar heeft gebroken in plaats van "him or her or me". Wie de dualdisc versie koopt krijgt er de prachtige video voor 'Not About Love' er bovenop Plus een mini-concert waarbij Apple niet zoals de rest achter haar piano gaat zitten, maar zich compleet op de zang gooit. En waarbij Apple, die vaak als een nors mens overkomt, overduidelijk zeer menselijk is. En grappig!
Deze derde van Fiona Apple is, niettegenstaande er geen bruuske ommezwaai te noteren valt, wel de moeite waard omdat het een logisch vervolg is. Mensen die deze pittige songschrijster nog niet kennen, kunnen deze keer wél de stap zonder risico wagen. Want steengoede songs telt 'Extraordinary Machine' meer dan voldoende. (27/10/2005)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten