maandag 9 juli 2012

Joan Baez - Bowery Songs


Er zijn artiesten die geen introductie nodig hebben. Elke muziekliefhebber heeft zijn idee en mening over de artiest in kwestie al gemaakt en als het geen water naar de zee dragen is, dan wordt het vast en zeker vechten tegen de bierkaai. En toch...

Joan Baez startte haar recording career in 1959, werd dankzij goedgekozen traditionals en vooral haar sociaal engagement een boegbeeld voor al wie wat wou betekenen in folkland. Ze liep voorop naast Martin Luther King tijdens de mars op Washington in 1963, ze werd een Woodstocklegende, ze bracht elk onrecht onder de aandacht (van Vietnam en Bangladesh tot - uhum uhum - Lady Diana), en ze coverde al eens een artiest die het probeerde verder te schoppen dan de lokale folkcafé's. Dat laatste bracht haar wereldwijde roem toen ze de onbekende Bob Dylan aan het grote publiek voorstelde (en vervolgens met hem tussen de lakens dook).
Velen zien Joan Baez echter graag als de folktrut die met veel te hoge stem en eindeloze vibrato's, nummers bracht die vooral kunde (of onkunde, het is maar zoals u het bekijkt) van de zelfverklaarde Queen Of Hearts moesten tentoon spreiden. Wat de meesten echter uit het oog verloren, is dat Baez, na de artistieke dieperik waarin ze in de jaren 80 tuimelde, in 1992 het fantastische 'Play Me Backwards' uitbracht. Haar stem was gedaald en ruwer geworden en Baez bleek allesbehalve vies van een zeer eigentijds geluid. Dat geluid zou ze verder perfectioneren op 'Ring Them Bells' (zie Dar Williams) en 'Gone From Danger'. In 2003 verscheen 'Dark Chords On A Big Guitar'. En zoals de titel doet vermoeden; het bleek een verzameling zwoele, donkere en meeslepende nummers. Songs die stuk voor stuk geschreven werden door de jonge garde die anno 2000-en-iets het mooie weer maakten in folk-, country en crossoverhitlijsten: Ryan Adams, Gillian Welch, Natalie Merchant, Greg Brown, Steve Earle, Caitlin Cary, Josh Ritter en Joe Henry. Na 'Dark Chords...' ging ze op toernee, en in de New Yorkse Bowery Ballroom nam ze haar concert en bijgevolg deze cd op.

14 nummers lang weet Joan Baez met een aan de perfectie grenzende stemvastheid de luisteraar te boeien. Tijdens het openingsnummer 'Finlandia' gaat ze nog acapella te werk, en wie haar ooit live zag weet dat de diva graag, en terecht, imponeert met haar naakte stem. Maar twee minuten en acht seconden later is er geen twijfel meer mogelijk en zet ze verder wat ze op 'Dark Chords' was begonnen. Meeslepende stem, donkere gitaar, aanzwellende drum: 'Rexroth's Daughter' klinkt alsof het in The Bowery Ballroom broedend heet moet geweest zijn. Woody Guthrie's 'Deportee', hier voor het eerst op een Baez-cd, is haar op het 65-jarige lijf geschreven, opnieuw duister en zwaar. 'Joe Hill', één van haar Woodstocknummers, krijgt hier een hedendaagse behandeling en wordt opgedragen aan Michael Moore, waarmee ze blijk geeft dat ze nog steeds de vinger aan de pols houdt wat sociaal engagement betreft. Vier nummers ver en de lat is zeer hoog gelegd, maar Baez laat het niet afweten, kwalitatief én kwantitatief. Want nergens gaat ze de mist in, nergens bezondigt ze zich aan overacting. Als de traditional 'Dink's Song' passeert, gaat ze zo hoog als ze nog kan, en dat kan de nietsvermoedende luisteraar wel eens uit z'n lood slaan, maar naast de stem krijgt de lap steel van Eric Della Penna (ooit gitarist bij Natalie Merchant) de tweede hoofdrol, waardoor het nummer toch nog in 2006 overeind blijft én z'n evenwicht vindt.

Staaltjes van waarom ze, ongetwijfeld door hardcore fans, een levende legende wordt genoemd, zijn er genoeg. Steve Earle's 'Christmas In Washington' is pijnlijk hard gebracht. Dylan's 'Farewell, Angelina' en 'It's All Over Now, Baby Blue' blijven trouw aan het origineel zonder stil te staan en krijgen beiden een folkcountry behandeling die niet zou misstaan op werk van bovengenoemde jonge garde. Halverwege de cd zit het hoogtepunt. 'Motherland' van Natalie Merchant stond al op 'Dark Chords' en klonk daar dreigender dan het origineel. Hier klinkt het alsof Baez bericht uit verdoemde oorden en plaatsen waar duivels haar het vuur aan de schenen leggen. Ze eindigt de set met 'Jerusalem', opnieuw van (haar goede vriend) Earle. En hier kiest ze opnieuw voor nieuwe paden. Want waar Joan Baez in het verleden elk concert en elke liveplaat eindigde met acapella gezongen en tot meezingen dwingende versies van 'Amazing Grace', 'We Shall Overcome' of het weliswaar fantastische 'The Night They Drove Old Dixie Down', kiest ze hier voor een uptempo nummer mét begeleiding. Het is een gepast einde, dat herinneringen aan 'Diamonds And Rust' (1975) oproept.

Joan Baez is ondertussen drie jaar verwijderd van een halve eeuw muziek maken en nog steeds weet ze haar plaats binnen de alsmaar veranderende trends te vinden. Op haar manier en ongetwijfeld op haar voorwaarden, en zonder zichzelf te verliezen in goedkope trucs die de kassa moeten doen rinkelen. Dit is Baez's meest donkere cd tot nog toe. Een reden op zich om deze plaat te ontdekken, want 'Bowery Songs' klinkt op zijn geheel heel wat dreigender dan veel werk van haar collega's (en gedoodverfde opvolgers).
(02/03/2006)

Jonatha Brooke - Back In The Circus


Er zijn van die momenten waarop ik vloekend, m'n armen in de lucht gooiend, roep "Hoe is dat nu toch mogelijk?"… Wanneer een artiest bijvoorbeeld dankzij die weliswaar zuurverdiende aandacht de sprong van relatief onbekend naar gemeengoed maakt, en ik, egoïstisch als ik ben, 'mijn' artiest kwijt ben. Of wanneer recensies en airplay hardnekkig blijven ontkennen dat deze of gene artiest geen zak meer doet, tot uiteindelijk plots, als bij donderslag, de verzamelde pers de artiest in kwestie de hemel inprijst en dan op de koop toe doet alsof het eigenlijk nu pas kon…

In het voorjaar van 2004 kocht ik 'Back In The Circus' van Jonatha Brooke in een Gentse muziekzaak. Het was (en is) Brooke's vijfde solo-cd. Nu, twee jaar later, zie je te pas en te onpas recensies verschijnen waarin beweerd wordt dat deze cd eindelijk hier ook verkrijgbaar is… (m'n armen in de lucht gooiend: 'Hoe is dat nu mogelijk?'). Bij deze voel ik me graag geroepen om de dame en haar cd alsnog onder de aandacht te brengen.

Veel woorden wil ik aan het verleden niet vuil maken. De Amerikaanse beleefde zoals zovelen de lotgevallen van de hardwerkende en tegenslagen incasserende muzikant tot ze in 2001 met Steady Pull een in de lage landen niet totaal genegeerde cd afleverde. Deze verscheen hier zelfs met extra tracks in het Frans, wat bij wijlen wel zeer grappig was. Daarvoor had ze reeds drie studio-cd's en één liveplaat de markt opgezwierd. En twee jaar terug verscheen dus 'Back In The Circus', nu eindelijk ook hier verkrijgbaar.

Opener en titelnummer drijft op een zalige accordeon die door de computer is gehaald (Brooke maakt er geen geheim van dat ProTools haar 'nieuwe' speelgoed is), en een tekst die zeer letterlijk te interpreteren valt, maar daardoor misschien alle ruimte laat voor interpretatie. 'Better After All' is Brooke ten voeten uit: perfecte melodie, perfecte instrumentatie, perfecte stem, maar voor de betere luisteraar een bitcherige, naar een ex snerende tekst. 'Sleeping With The Light On' is een avondliedje dat zo zacht en schriel gezongen is dat het neurotisch wordt. Dienen we de, op 't eerste gehoor, brave piano en stem te volgen of moeten we eerder de wacko speelgoedpiano en dito percussie als leidraad nemen? Het maakt het er alleen maar boeiender op.

'Everything I Wanted' klinkt als een noodkreet van iemand die zo beheerst in elkaar zit, waardoor die luide roep om aandacht net weer géén steek houdt. Iets wat van deze cd in zijn geheel niet kan gezegd worden. Absoluut hoogtepunt is het met Eric Bazilian (The Hooters en Joan Osborne, remember?) geschreven 'Less Than Love Is Nothing'. Intro, strofe, strofe, refrein, brug, strofe, strofe, refrein, brug, brug extended, refrein, refrein on the run, outro. De stem gaat halverwege zo uit de bocht dat ze snikkend moet terugkeren. En dat alles op een drum'n'bass beat.

Voor het eerst op een solo-cd waagt ze zich aan een cover. En niet onverdienstelijk. Of de wereld nood had aan nieuwe versies van 'Fire And Rain' (James Taylor), 'God Only Knows' (The Beach Boys) en 'Eye In The Sky' (Alan Parsons), daar kan nog uren over gepraat worden, maar 't blijft een plezier om Brooke deze nummers naar haar hand, stem en stijl te horen zetten. Dit is dan ook geen gemakkelijke artieste, in die zin dat het geen achtergrondmuziek is. Het is muziek waarvoor, en zo heb ik het eigenlijk wel graag, moet gaan zitten en luisteren. Niets doen behalve luisteren en ontdekken. In dat opzicht is het luistermuziek, in alle andere is het circusmuziek: opwindend, bij momenten adembenemend, grappig en spannend, alles vakkundig geleid door een ringmeesteres die de teugels strak in handen houdt.
(24/02/2006)